Vragen die psychiaters stellen om de diagnose bipolaire stoornis te stellen
Geestesziekten zoals depressie en angst zijn bekend en worden redelijk goed begrepen, maar andere ziekten zoals schizofrenie en obsessieve-compulsieve stoornissen krijgen niet dezelfde aandacht en worden zeer verkeerd begrepen. Eén zo’n stoornis is de bipolaire stoornis, die behoorlijk invaliderend kan zijn en gepaard gaat met een waaier van symptomen die alle aspecten van het leven beïnvloeden.
Bipolaire stoornis bestaat uit zowel depressieve episoden die ernstig kunnen zijn als manische episoden waarin een persoon zich grillig, riskant en zelfs euforisch kan gedragen. Deze manische of hypomane episoden kunnen een paar weken tot een paar maanden duren, en worden weer opgevolgd door depressieve episoden.
Het komt voor dat een groot aantal mensen die aan een bipolaire stoornis lijden een verkeerde diagnose krijgen, omdat zij zich laten behandelen wanneer zij een depressieve episode hebben, en de diagnose depressie krijgen in plaats van een bipolaire stoornis. Echter, met de juiste arts, kan de diagnose correct worden gesteld met behulp van deze vragen.
Dagenlang een verhoogde stemming
Er is een verschil tussen iemand die zich beter voelt dan normaal na een depressieve episode, en iets veel meer dan dat. Mensen met een bipolaire stoornis voelen zich soms zelfs euforisch, wat vaak voorkomt tijdens een manische episode. Er kunnen vragen worden gesteld als “Hebt u zich de laatste dagen te goed gevoeld?” of “Hebt u het gevoel dat uw stemming de laatste dagen zonder enige reden verhoogd is?”.
Patiënten kunnen ook snel omslaan van zelfverzekerd en energiek naar geagiteerd en reactief. Artsen moeten te weten komen of een goede dag na een depressieve episode te wijten was aan de situationele omstandigheden, zoals het vinden van een nieuwe baan, of aan een manische episode, en deze vraag kan hen daarheen leiden.
Minder slaap maar ook minder vermoeidheid
“Ook al sliep je minder, merkte je dat je je niet echt uitgeput voelde?” Veranderingen in slaappatronen zijn een belangrijke factor die bijdragen aan manie, en een persoon slaapt misschien maar een paar uur, maar voelt zich energiek en verfrist. Deze veranderingen kunnen het eerste teken zijn dat een manische episode begint. Het is dus belangrijk om te begrijpen hoe iemand slaapt, omdat deze veranderingen uiteindelijk bijdragen aan de grote stemmingswisselingen na een depressieve episode.
Veel ideeën, of versnelde hersenen
Vragen als “Had je tijdens je goede buien het gevoel dat je veel ideeën had en voelde je hersenen versneld aan?” kunnen helpen. Patiënten met een bipolaire stoornis vinden het moeilijk om bij te blijven met het aantal gedachten dat door hun hoofd gaat, en ze kunnen zich totaal niet bewust zijn van hoeveel er in hun hoofd gebeurt in het midden van een manische episode.
In een hypomane episode lijken de gedachten misschien eerder helder en duidelijk dan snel, maar dit wijst nog steeds op het bestaan van een bipolaire stoornis. Hoe dan ook, de arts moet in staat zijn om te begrijpen dat er een verandering is in de manier waarop de patiënten ideeën verwerken of denken, en hoe dit hun hersenen beïnvloedt.
Meer praten
Mensen met een bipolaire stoornis praten heel snel, en hebben de neiging om heel vaak van het ene idee naar het andere te springen. Vragen als “Is het moeilijk te volgen wat ze bedoelen te zeggen?”, of “Praten ze als een bezetene?” worden gesteld aan de verzorgers van de patiënt om een beter idee te krijgen van hun gedrag. Een ander belangrijk kenmerk van bipolaire stoornis is gebrek aan inzicht, wat betekent dat de patiënt geen idee heeft van deze gedragsverandering en ermee doorgaat alsof het normaal is.
Meer risico’s nemen
Een manische episode maakt iemand impulsiever, waardoor hij meer geneigd is risico’s te nemen. Een arts moet begrijpen of de persoon zich gewoon gedraagt of dat dit gedrag sterk verschilt van zijn normale gedrag. Vragen als “Hebt u dingen gedaan die u als riskant zou beschouwen” worden zowel aan de patiënt als aan de verzorgers gesteld. Manische episoden zijn veel riskanter dan een hypomane, met patiënten die roekeloos rijden en uitgeven, en zelfs deelnemen aan gevaarlijke seksuele ontmoetingen. Overdreven gedrag dat niet kan worden gecontroleerd, maakt echter ook deel uit van het nemen van risico’s, zoals overmatig winkelen.
Een toename van hoe positief je over jezelf denkt
Een manische of hypomane episode gaat gepaard met een verhoogde stemming die iemands zelfvertrouwen, gevoel van eigenwaarde en optimisme ver boven het normale bereik kan doen uitstijgen. Een patiënt kan de clinicus bijvoorbeeld vertellen dat hij het gevoel heeft dat hij het goed doet op zijn werk en omdat hij zich zo goed voelt, wil hij er nu mee stoppen en beginnen aan die zakelijke onderneming die hij al jaren van plan is zonder een concreet plan. Vragen als “Voelt u zich de laatste tijd slimmer, succesvoller of aantrekkelijker?” kunnen gesteld worden.
Familiegeschiedenis
Een familiegeschiedenis kan uiterst nuttig zijn bij het diagnosticeren van een bipolaire stoornis. Het risico op het ontwikkelen van een bipolaire stoornis neemt aanzienlijk toe voor diegenen die naaste familieleden hebben met de ziekte, zoals een ouder of een broer of zus. Bovendien kan het stellen van deze vragen aan zowel de patiënt als het familielid goed uitpakken, omdat een patiënt vaak niet volledig begrijpt wat er aan de hand is en vragen niet altijd volledig en naar waarheid kan beantwoorden.